Samen met Katinka, die ik had leren kennen bij Lake Toba, besloten we de bus te pakken richting Brastagi. Het ritje zelf was al een avontuur – schuddend en hobbelend door het prachtige groene landschap, met overal kleine kraampjes langs de weg waar fruit en snacks werden verkocht. In Brastagi deden we eerst wat inkopen: water, fruit en wat lekkers voor onderweg, want we wisten dat ons een flinke klim te wachten stond. Het werkt hier trouwens heel anders dan in Nederland: je kunt gewoon langs de weg gaan staan en zodra je een bus ziet, stopt hij en neemt je mee.
Ons doel was de actieve vulkaan Sibayak. Een tocht die ik iedereen kan aanraden, maar wel eentje waarbij een gids eigenlijk onmisbaar is. De route is lang, soms onduidelijk en het is makkelijk om te verdwalen in het weelderige groen. Wij volgden deels het pad, deels ons gevoel – wat soms best spannend was.
Na uren klimmen kwamen we uiteindelijk bij de kraterrand. Het was er stil, indrukwekkend en bijna onwerkelijk. De geur van zwavel, de kleine rookpluimen en het besef dat je boven op een actieve vulkaan zit… het voelde magisch en tegelijkertijd een beetje onheilspellend. Daar zitten, met de wereld onder ons, was een ervaring die ik nooit zal vergeten.
Op de terugweg waren we enorm moe en ook een beetje bezorgd over de lange tocht naar beneden. Maar toen hadden we geluk: een pick-up vol kinderen stopte naast ons. Ze lachten, zwaaiden en nodigden ons uit om mee te rijden. We aarzelden even – de taalbarrière maakte het spannend – maar hun enthousiasme werkte aanstekelijk. Voor we het wisten zaten we tussen hen in, onderweg naar lokale hotsprings.
En daar gebeurde iets wat ik nooit had verwacht: zonder schaamte dook iedereen het warme water in, gewoon naakt. En natuurlijk deden wij mee. Het was zo bevrijdend en tegelijk hilarisch – een totaal onverwacht moment van plezier en verbinding. We dobberden samen in het warme water, lachten om de situatie en genoten van de spontaniteit die reizen zo mooi maakt.









Reactie plaatsen
Reacties