Voor het eerst alleen op reis 📸

Van Sumatra (Indonesië) naar Kuala Lumpur (Maleisië)

Mijn stage in Sumatra (Indonesië), bij Lake Toba, zat erop. Ik boekte nog een week bij in Tuktuk Timbol op het eiland Samosir, een rustige plek om bij te komen. Daarna moest ik het land verlaten. Arie, iemand van het eiland die vroeger in Medan (Indonesië) woonde, bracht me naar de stad.

We reden met de scooter door Medan op zoek naar een slaapplek en belandden zomaar op een bruiloft. Er werd vuurwerk afgestoken en iedereen bleef midden op straat kijken—een wonder, want normaal gesproken zigzagt al het verkeer hier luid toeterend door elkaar.

Drie dagen later vloog ik naar Kuala Lumpur (Maleisië). Dat was nog een avontuur: de elektriciteit viel uit, de systemen werkten niet en mijn visum werd niet herkend. Uiteindelijk kreeg ik een ticket, maar ik moest 200.000 rupiah boete betalen omdat ik een dag te laat was. Mijn paspoort moest achterblijven; ik kon alleen maar hopen dat ik weer werd toegelaten. Gelukkig ging dat goed.

’s Avonds kwam ik voor het eerst helemaal alleen aan in Kuala Lumpur. Midden in de nacht moest ik een hostel zoeken. Spannend, maar gelukkig ontmoette ik een groepje backpackers en vonden we samen een slaapplek.


Kleurrijk Kuala Lumpur en Semenyih (Maleisië)

Kuala Lumpur bleek druk, kleurrijk en gezellig. Na maanden dezelfde kleren dragen besloot ik mezelf te verwennen: ik reisde door naar Semenyih (Maleisië), een stadje een uur verderop. Daar kocht ik nieuwe kleren, liet ik mijn nagels doen en volgde ik een Batak-schilderworkshop. ’s Avonds voerde ik apen en ging ik op zoek naar vuurvliegjes—en ik kreeg er zelfs één op camera!


Drie dagen in Taman Negara (Maleisië)

De volgende dag boekte ik een trip naar Taman Negara (Maleisië), waar ik drie dagen verbleef met drie andere meiden. Met een Nederlandse reisgenoot deed ik een olifantenexcursie. Achteraf kreeg ik er spijt van: de dieren waren onrustig en duidelijk niet gelukkig. Ik raad het niemand aan, hoe bijzonder het ook lijkt om op een olifant te zitten.

Gelukkig beleefden we verder veel moois. Onze accommodatie was alleen per boot bereikbaar. We maakten een canopy walk door de boomtoppen, bezochten een lokale stam, deden waterspellen en maakten ’s avonds een jungletocht. De gids vertelde spannende verhalen over tijgers en andere dieren, maar we zagen vooral insecten en liepen veel over houten vlonders.

Veronique, een meid met wie ik een week had opgetrokken, vierde haar verjaardag. We haalden een grap uit door van iedereen de rechter slipper te verstoppen. Het werd een vrolijke avond met bier en kaartspelletjes—fantastisch om iedereen zo te zien lachen.


Perhentian Islands (Maleisië)

De volgende dag reisden we per bus (acht uur!) naar de Perhentian Islands (Maleisië). Het was de lange rit meer dan waard. Vanaf het strand kun je naar D’Lagoon lopen, een rustig en goedkoop plekje ver weg van de toeristen.

Voor mij waren de Perhentian Islands de mooiste, rustigste en fijnste plek van mijn reis. Een paradijs ver weg van de drukte, echt de moeite waard om te bezoeken.

’s Avonds zagen we een enorme schildpad op het strand. Mijn camera was helaas leeg, dus ik heb geen foto’s kunnen maken.


Op naar Singapore (Singapore)

Na een week besloot ik mijn PADI-duikbrevet te halen. Daarna reisde ik door naar Singapore (Singapore) om mijn vriendin Evelien op te zoeken.

Onze gezamenlijke avonturen lees je hier: Reisverhalen met Evelien

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb