Wandelen door Abaran

In de regio Murcia, Spanje, ligt het stadje Abarán. Ik liep erheen en liet me onderweg uitdagen om in mijn beste Spaans te ontcijferen wat de bezienswaardigheden allemaal betekenden. 

“Bij binnenkomst liep ik eerst door een prachtige poort. Daarna volgde nog een half uur lopen over de snelweg — zonder echt wandelpad, dus goed opletten geblazen. Onderweg maakte ik vijf stops. De eerste was bij de Puente Viejo, een brug die in 1883 werd gebouwd en jarenlang de enige verbinding vormde tussen de stad en de rechteroever van de rivier de Segura. In 1985 kwam er een nieuwe brug, de Puente Nuevo. De oude brug kreeg in 2008 de status van cultureel erfgoed. Oorspronkelijk, in 1879, stond er een houten brug, maar die werd op 15 oktober van dat jaar door een storm verwoest. Daarna gaf de gemeente Abarán financiële steun om een stevige stalen brug te laten bouwen.”

 

Na mijn bezoek aan de brug liep ik verder richting het Muncipal de Abaran Park.  Mijn route voerde me eerst langs een rij prachtig gekleurde huisjes. Het park zelf ligt naast de rivier de Segura, met prachtige bomen en zelfs een waterval. Die waterval is geplaatst als eerbetoon aan Sabrador Fernández, uit dankbaarheid voor de onvergetelijke festivalavonden die hij de stad schonk. Voor kinderen is het park een klein paradijs: er is een geweldige ziplijn met een vrolijke bij erop en een glijbaan in de vorm van een vlinder. Ook staat er een restaurant waar je heerlijk kunt neerstrijken — tenminste, als je het treft dat het open is.

Toen ik over een brug liep, zag ik een bord met het woord reuzenrad. In eerste instantie dacht ik: “Daar heb ik niets mee, dat sla ik over.” Toch besloot ik een kijkje te nemen – en tot mijn verbazing bleek het geen kermisattractie, maar een prachtig waterwiel: de Noria de Candelón. Dit wiel, oorspronkelijk van hout en maar liefst acht meter hoog, werd later vervangen door een metalen versie en zorgde eeuwenlang voor irrigatie van de omliggende velden. Niet ver daarvandaan ligt de Acequia de Charrara, een irrigatiekanaal dat al in de 17e eeuw werd aangelegd en in de 18e en 19e eeuw flink werd uitgebreid. Zo kon steeds meer landbouwgrond in Abarán en Blanca van water worden voorzien. Het onderhoud en de kosten droegen de boeren samen, een mooi voorbeeld van gemeenschapszin. Uiteindelijk werd het traditionele waterwiel in 1925 vervangen door een moderner pompsysteem, de Motor de la Corona.

Na mijn bezoek aan de watermolens liep ik verder en kwam ik een monument tegen dat was opgedragen aan de vrouwen die vanaf het einde van de Spaanse Burgeroorlog tot in de jaren zestig werkten in de groenteconservenindustrie. Ze stonden in fabrieken in plaatsen als Alcantarilla, Molina de Segura, Mula, Ceutí, Abarán en Blanca. Hun werk sloot nauw aan bij de landbouwindustrie van die tijd en speelde een cruciale rol in het regionale leven. Het monument doet recht aan hun harde werk en doorzettingsvermogen, iets waar vaak te weinig aandacht voor was.


Hierna liep ik langs het gemeentehuis en trakteerde mezelf op een heerlijk ijsje. Ik bestelde het in het Spaans en ook de fles agua ging prima. Het ijs werd geserveerd, maar er paste geen drie bolletjes in één beker, dus kreeg ik twee aparte bekertjes. Best duur en een beetje overdreven, maar ik heb het met plezier opgegeten. Nu moet ik de komende dagen waarschijnlijk maar leven op sla en brood :P


Heb jij ooit iets meegemaakt dat misging – of juist extra leuk werd – doordat je de lokale taal niet helemaal sprak?
Wat gebeurde er en hoe loste je het op?

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.